In 2020 was 14,4 procent van de nieuw ingeschreven voertuigen geëlektrificeerd. Sinds begin dit jaar ligt dat cijfer echter op 21,8 procent. Let wel: we schrijven duidelijk “geëlektrificeerd”, en niet elektrisch. Deze gegevens slaan met andere woorden op alle wagens met ofwel een verbrandingsmotor die wordt ondersteund door een hybride module, ofwel een puur elektrische aandrijflijn. Puur elektrische auto’s zijn goed voor ‘slechts’ 4,9 procent van de inschrijvingen. Maar het betekent al wel een mooie evolutie in vergelijking met de 3,5 procent van 2020. In totaal komen we zo aan meer dan 15.000 wagens met enkel een elektromotor voor de aandrijving sinds begin dit jaar: een record.
Dank aan de bedrijven
Die toename hebben we grotendeels te danken aan bedrijven. Meer dan 80 procent van de elektrische en plug-inhybride inschrijvingen komt van ondernemingen. Ze worden daartoe aangezet door de wetgeving, die in een veel gunstiger aftrekbaarheid voorziet. Particulieren geven de voorkeur aan ‘klassieke’, zogenaamde “zelfopladende” hybrides. Zij zijn verantwoordelijk voor 53 procent van de inschrijvingen van dit soort voertuigen bij ons.
Groeiend aanbod
Merk ook op dat het aanbod aan geëlektrificeerde voertuigen sterk is toegenomen. Vandaag zijn er meer dan 160 modellen op de markt waarvan de aandrijving wordt ondersteund met een batterij. 60 daarvan zijn puur elektrisch. De populairste in die laatste categorie is de Tesla Model 3, waarvan in 2021 bij ons al bijna 2.000 exemplaren zijn ingeschreven. De BMW X5 is goed voor de meeste verkoopcijfers in het plug-inhybride segment, terwijl de Toyota Corolla de eerste plaats verovert onder de zelfopladende hybrides van onze markt.