Seat, het Spaanse dochtermerk van Volkswagen, heeft zijn eerste elektrische modellen aangekondigd. In 2015 moet een plug-inhybride klaar zijn, maar eerst wordt nog uitgebreid getest op de openbare weg.

Seat wedt op twee paarden: volledig elektrische aandrijving en een combinatie van een elektro- en verbrandingsmotor (hybride). “Klanten vragen een duurzame vorm van mobiliteit, maar hun behoeftes zijn heel divers. Daarom geloven we dat de ontwikkeling van twee verschillende technologieën Seat in de beste positie zal brengen”, zegt topman James Muir.

Twee prototypes

Over enkele maanden begint Seat twee prototypes te testen in de praktijk: de Altea XL Electric Ecomotive en de Leon TwinDrive Ecomotive. De overheden van Catalonië en Madrid krijgen een aantal wagens om op te nemen in hun vloot.

De Altea XL Electric Ecomotive is gebaseerd op de gelijknamige monovolume van het merk. Met een groot verschil: de benzine- of dieselmotor ruimde plaats voor een elektromotor met 115 pk en onder de achterzetels en de koffervloer liggen batterijen. Die slimme plaatsing vrijwaart de ruimte in het interieur. Zonnecellen op het dak zorgen ervoor dat het interieur gekoeld wordt als je de auto in de zon parkeert.
Een heikel punt van de Altea is dat je er slechts 135 km mee kunt rijden. Voor lange afstanden is Seats tweede prototype meer geschikt. De Leon TwinDrive rijdt 52 km elektrisch, daarna kun je nog een paar honderd kilometer rijden op de verbrandingsmotor.

Eerst testen, dan produceren

Op middellange termijn wil Seat elektrische wagens in productie nemen. Het eerste model wordt een plug-inhybride en verschijnt in 2015. Een jaar later volgt een volledig elektrisch model. Het worden trouwens drukke tijden bij de Seat-dealers, want op één jaar tijd verschijnen vier nieuwe modellen, te beginnen met de stadswagen Mii.