VROOM.be: Meneer Winkelmann, u bent iets meer dan een jaar geleden bij Audi Sport beland. Was u nog betrokken bij de ontwikkeling van de RS5?

Stephan Winkelmann: “Jazeker, maar pas bij het einde van de ontwikkelingsfase. Veel kon ik niet meer veranderen, maar dat vond ik ook niet nodig (lacht). Ik ben trots op het resultaat: de RS5 geeft weer hoe een gran turismo er volgens ons uit moet zien, zowel qua design als qua motor. Het resultaat is veelzijdig geworden: je kunt er zowel comfortabel als dynamisch mee rijden, zoals je wellicht gemerkt hebt.”

VROOM.be: Wat moet een potentiële klant volgens u ervan overtuigen om voor de RS5 te kiezen als hij de auto ziet?

Winkelmann: “Het is belangrijk dat ze de balans van Audi Sport ondervinden: je hebt aan de ene kant een RS-model, dus sportief, dynamisch en met een scherp design. Aan de andere kant kan hij net als de TT en R8 comfortabel en dagelijks bruikbaar zijn. De RS5 heeft dus meer dan één doel en zijn “wow-factor” moet je dus op meerdere manieren overtuigen. Daarnaast moeten ze ook voelen dat de auto hen beter maakt als chauffeur.”

VROOM.be: Hoe is uw eerste jaar bij Audi Sport verlopen?

Winkelmann: “Het was een druk jaar: we hebben de naam wel aangepast (van “Quattro” naar “Audi Sport”, nvdr.) maar we werken nog aan de strategie voor het merk en de producten op middellange termijn. Ik kijk met plezier terug op mijn tijd bij Lamborghini, waar heel wat collega’s vrienden geworden zijn. Maar de mensen bij Audi Sport zijn ook gebeten door wat ze doen, en ze kijken vaak op dezelfde manier naar hun auto’s als bij Lamborghini.”

VROOM.be: Welke ervaring neemt u mee van uw 11 jaar bij Lamborghini?

Winkelmann: “Het leiden van een bedrijf. De segmenten van beide merken zijn anders, maar toch grotendeels vergelijkbaar. In beide gevallen moet je een bedrijf opbouwen, de producten goed krijgen en een strategie ontwikkelen. Bij Lamborghini is dat gelukt: het merk bouwt nu auto’s die dagelijks bruikbaar zijn.”

VROOM.be: Welke richting wilt u uit met Audi Sport?

Winkelmann: “Op korte termijn willen we vooral gezien worden als een constructeur van exclusieve en prestigieuze premiumsportwagens. Op de lange termijn kijken we naar elektrische modellen.”

VROOM.be: Hoe ziet u dat concreet?

Winkelmann: “We hebben daar een strategie voor in drie fases. De volgende twee tot drie jaar willen we eerst meer producten op de markt brengen en ons aanbod verruimen tot 16 modellen. Dit jaar komt er bijvoorbeeld nog de R8 Spyder Plus bij. In een tweede fase, na 2020, willen we elektrisch gaan. Wellicht wordt het een volledig elektrisch model. Onze eerste elektrische Audi Sport verwachten we tegen 2020 of 2021, en dat zal eerder een SUV of een sedan worden. De derde fase volgt vanaf 2025, wanneer batterijtechnologie het toelaat om zoiets in te bouwen in kleinere en lichtere auto’s.”

VROOM.be: Is er vraag van klanten naar RS-versies van Audi-SUV’s?

Winkelmann: “Vast en zeker. De SUV wordt steeds belangrijker voor ons en we moeten dit prestigieuze segment dus ook aanboren. We willen zoveel mogelijk SUV-segmenten en -formaten bedienen, maar alles hangt ervan af hoeveel we in de toekomst kunnen ontwikkelen. Maar er komen zeker meer RS-SUV’s.”

VROOM.be: Nu de nieuwe RS5 ook een turbomotor heeft, is de R8 de enige atmosferische sportwagen bij Audi. Heeft de atmosferische motor nog een toekomst bij Audi Sport?

Winkelmann: “Dat hangt niet zozeer af van het merk maar wel van het product. Je moet elke auto afzonderlijk bekijken en de juiste combinatie kiezen voor het juiste segment. We hebben een geweldige vijfcilinder voor de TT en de RS3, we hebben deze V6 en we hebben de V8 in de RS6 en RS7. De R8 zal nog steeds een atmosferische motor krijgen, maar voor de rest verwacht ik turbo’s voor de toekomst.”

VROOM.be: Wat staat er de komende maanden op het programma?

Winkelmann: “Producten, producten, producten (lacht). We willen auto’s bouwen die wereldwijd verkopen en minder op Europa gericht zijn, maar onze basismodellen niet vergeten. En we willen Audi Sport uitbouwen tot een echt merk met een echt verhaal.”