De Range Rover Velar werd in 2017 gelanceerd als tussenmodel, voor wie meer ruimte en luxe wou dan je in de Evoque kan krijgen, maar nog niet de stap wil zetten naar de grotere Range Rover (Sport). De technische basis is Land Rover gaan lenen bij zustermerk Jaguar, dat niet lang daarvoor de F-Pace had gelanceerd. De Velar heeft echter een volledig eigen look gekregen, die wel gelijkaardige verhoudingen heeft als de F-Pace, maar met veel strakkere lijnen. In 2023 kreeg het model een kleine facelift die nieuwe koplampen, een grotere batterij voor de plug-inhybride en vooral een vernieuwd interieur met zich meebracht. Laten we eens zien of deze update het model deugd heeft gedaan.
Nog strakkere lijn
Aan de reeds stijlvolle van de Velar look zijn de designers van Land Rover niet echt gekomen. Het model was op zich al een designstatement toen hij werd gelanceerd, net als de Evoque in zijn tijd, en had dan ook maar kleine aanpassingen nodig om bij de tijd te blijven: een nieuwe grille, nieuwe koplampen met matrix-LED-verlichting en een lichtjes hertekende achterbumper, onder LED-achterlichten met 3D-effect. De uitlaatpijpen zitten voortaan verstopt, zoals bij alle niet-sportieve modellen van Jaguar Land Rover tegenwoordig.
Pivi voor alles
Aan boord zijn de wijzigingen drastischer te noemen. Weg is het dubbele centrale display met aan de bovenkant een kantelbaar aanraakscherm voor de infotainmentfuncties en daaronder een kleiner scherm voor de klimaatcontrole en comfortsystemen, compleet met permanente draaiknoppen en aanraakgevoelige toetsen. Hier zijn de designers voor een cleane look gegaan, met enkel nog het grote zwevende aanraakscherm van 11,4 inch met het Pivi Pro-infotainmentsysteem, dat ook in de rest van het JLR-gamma zit. Het tweede scherm is naar de vuilbak verwezen en in de plaats vind je een groter opbergvak, met een elegant deksel. Ook de omgeving van de automaatpook is kaal gelaten.
Liever meer knoppen
Het ziet er zuiver en minimalistisch uit, en ook over de materiaalkeuze hebben we niets te klagen, met veel leer en zachte oppervlakken. Maar de ergonomie laat te wensen over, want werkelijk alles moet je nu via het centrale aanraakscherm bedienen, dat niet altijd even duidelijk is opgebouwd qua menustructuur. Afleiding verzekerd, dus, als je op Apple CarPlay/Android Auto aan het rijden bent (ook draadloos beschikbaar) en even je zetelverwarming wil opzetten. Ook de talloze comfortfuncties die je kan krijgen zijn niet in één oogopslag te zien voor passagiers die zich willen laten verwennen. En het had anders gekund, want de technisch gelijke Jaguar F-Pace heeft wél nog een tweede paneel voor de klimaatcontrole, zetelfuncties, en zelfs nog een reeks knoppen voor de rijmodi en het volume op de middenconsole.
Ruim en comfortabel
Gelukkig heeft de Velar zijn basiselementen wel onder de knie. De zetels bieden veel steun en zijn (optioneel) uitgebreid elektrisch instelbaar. Achterin is er voldoende zitruimte voor de twee buitenste passagiers, een vijfde persoon meenemen doe je enkel in geval van nood door een smal zitje en een dikke middentunnel. Je kan de achterbank zelfs elektrisch kantelen (opnieuw een optie). En ook de koffer is voldoende groot, met een diepe holte en 552 liter aan ruimte. De plug-inhybride moet het echter met 502 liter doen, terwijl de dubbele bodem zo goed als onbruikbaar is geworden door de dikke batterij.
Benzine, diesel of hybride
Wat ons naadloos naar de motorisaties brengt die je in de Velar kan krijgen. En het zijn er wel wat: op benzine heb je de keuze tussen een 2 liter-viercilinder met turbo (P250) of een 3 liter-zescilinder (P400), op diesel is er de D200 (2 liter-viercilinder, 204 pk) en de D300 (3 liter-zescilinder, 300 pk). Voor de liefhebbers van fiscale aftrekbaarheid is er ook nog de P400e, een 404 pk sterke combinatie van een 2 liter-turbobenzine en een 143 pk sterke elektromotor. Die heeft met de facelift een grotere batterij gekregen van 19,2 kWh en moet in theorie tot 64 km volledig elektrisch kunnen rijden, al geeft Land Rover toe dat het in de praktijk eerder 51 km zal zijn. Of nog een tiental kilometer minder, als je vooral op de snelweg rijdt. Gelukkig is de batterij snel weer vol dankzij een snellaadfunctie tot 50 kW (0-80% in 30 minuten), aan een gewone laadpaal ben je beperkt tot 7 kW (0-100% in 2,5 uur).
De meest dynamische Range Rover
Onderweg is de Velar niet de zachtste in zijn soort, hij laat eerder een balans zien tussen comfort en dynamiek – iets waar zijn Jaguar-genen ongetwijfeld aan bijdragen. Zelfs als loodzware P400e (2,3 ton leeg!) blijft de koets goed onder controle en kan je zelfs het tempo opvoeren in de bochten. En het tempo gaat snel omhoog, want al in 5,4 seconden sta je aan 100 km/u! Toch is dit een auto waarbij een zescilinder diesel het best past, ook omdat het verbruik al snel de hoogte in schiet als je de batterij niet regelmatig oplaadt – je ziet dan al snel 9 tot 10 l/100 km verschijnen op de boordcomputer, terwijl de diesel altijd genoegen neemt met een dikke 8 liter. Helaas kan je de D300-motor enkel krijgen op de duurdere Dynamic HSE- en Autobiography-uitvoeringen.
Prijs Range Rover Velar
De Belgische prijzen van de Range Rover Velar beginnen bij 69.480 euro, waarvoor je een Velar S met de P250-benzinemotor krijgt in het wit. Al is de standaarduitrusting nog vrij compleet, met onder meer adaptive cruise control (die je kan uitschakelen!), een achteruitrijcamera, automatische LED-koplampen, lederen zetels, een elektrische kofferklep en het Pivi Pro-infotainmentsysteem met navigatie. Voor de D300-zescilinder moet je echter upgraden naar de Dynamic HSE, die je minstens 95.330 euro kost. De plug-inhybride P400e kost minimaal 82.600 euro (Velar S).
Je moet echter ook rekening houden met het feit dat de zwakke reputatie qua betrouwbaarheid zijn restwaarde parten zal spelen. En ook tijdens onze test hadden we ermee te maken: tot tweemaal toe viel de benzinemotor uit tijdens het rijden en wilde hij niet meer starten, waarna we op de pechstrook moesten stoppen om het contact uit en weer aan te leggen. Het infotainmentsysteem vroeg dan weer telkens om een update, die nooit lukte om te installeren.
Ons verdict
De Range Rover Velar is in de basis gewoon een goede luxewagen. Hij ziet er strak uit, biedt voldoende zitruimte en comfort, komt zelfs vrij dynamisch uit de hoek en de motor-versnellingsbakcombinaties zijn geslaagd. Maar het is op detailniveau dat hij steken laat vallen, en dat is er met de facelift niet beter op geworden. De ergonomie van alles via het aanraakscherm te moeten bedienen, is er bijvoorbeeld niet op vooruit gegaan. En het knagende gevoel onderweg dat er steeds een storing kan opkomen, hoort simpelweg niet in een auto van al snel meer dan 100.000 euro...