Laat ons eerlijk wezen. Zelfs raceliefhebbers vinden races regelmatig saai. Voornamelijk als het treintje rijden is of alles verloopt volgens een rangorde die iedereen met een minimum aan voorkennis reeds maanden voordien voorspellen kon.
Maar dan zijn er van die momenten dat, als uit het niets, er plots elektriciteit in de lucht hangt. Momenten waarop iedere aanwezige, alsmede zij die thuis voor de buis hangen, voelen dat er iets bijzonders te gebeuren staat. Iets waar jaren later nog over gesproken zal worden. Een moment waar reputaties gemaakt of gekraakt worden.
De top 10 shootout voor de 2003-uitgave van de 1000 kilometer van Bathurst, een wedstrijd die gereden wordt met V8-supercars, leverde zo'n moment op. En één van formaat.
De sessies die aan de zaterdagse top 10 shootout waren voorafgegaan, waren het toneel geweest voor een duel in regel tussen Greg Murphy en John Bowe. De relatieve Nieuw-Zeelandse nieuwkomer tegen de oude gevestigde Australische waarde in het toerwagenracen. Holden tegen Ford. De twee gevestigde waarden in de V8 Supercar-racerij.
In de eerste kwalificatiesessie op vrijdag zette Greg Murphy een zeer scherpe 2 min 7,9503 sec neer. Murphy zelf beschreef het zelf als één van zijn beste ervaringen op Mount Panorama. Maar dat was nog maar vrijdag.
De tien snelsten van die vrijdagsessie zouden tijdens de shootout op zaterdag beslissen wie vanop pole zou vertrekken. John Bowe gaat als voorlaatste op pad. Murphy meteen erna als hekkensluiter. Bowe komt gevaarlijk dicht bij Murphy's tijd van vrijdag en klokt af op 2.07,9556. Velen gaan er dan al vanuit dat de Ford van Bowe vanop de pole zal vertrekken. Dat Murphy zijn prestatie van de dag ervoor zou evenaren, laat staan verbeteren, lijkt bijna onmogelijk.
Greg Murphy gaat met andere woorden op pad met "a mamoth job ahead of him". Maar kijk, bij de eerste tussentijd is hij al sneller dan Bowe. Het publiek, de pers, de commentatoren. Iedereen gaat recht zitten. Geschiedenis staat op het punt geschreven te worden.
De manier waarop Murphy de Holden door de slingers naar de top van de berg leidt, is haast buitenaards. Het lijkt wel of hij de wagen katapulteert. Bij momenten lijkt het alsof de wagen over het circuit danst. Het is één van die zeldzame momenten waar de zoveel beschreven en bezongen symbiose van rijder met zijn wagen en circuit haast tastbaar wordt voor de toeschouwer.
Aan de Dipper, bij de tweede tussentijd, is het verschil met Bowe nog groter geworden.
Iedereen weet nu dat dit een heel bijzonder rondje wordt. De commentatoren gaan door het dak. Wanneer Murphy door de Chase terug richting start-finish draaft, staat iedereen recht en moet hij het gejuich haast in de wagen gehoord hebben. En wanneer de K-Mart Holden over de lijn schiet, barst Bathurst zowat uit zijn voegen. 2 minuten 6,8594 seconden staat op de klok. De snelste ronde ooit met een V8 Supercar op de Mountain. De eerste maal dat iemand onder de 2 min 7 sec duikt. Historie is geschreven.
Om te illustreren hoe bijzonder het rondje wel was : het zou tot 2010 duren voor nog eens iemand met een V8 Supercar onder de 2.07 zou duiken.
Murphy vertrok vanop pole in 2003. En won met zijn co-driver Rick Kelly de race. De vijfde overwinning op rij op de Mountain voor Holden (een record), de derde overwinning voor Murphy en Kelly werd de jongste rijder ooit die de race won. Maar daar lag op die zaterdag 11 oktober 2003 niemand van wakker. Al waren ze er in de eerste ronde uitgevallen, de 2003-Bathurst kon op zaterdag al niet meer stuk voor de Kiwi.