De vorige generatie van de Fiesta werd unaniem geprezen om zijn dynamische kwaliteiten, originele stijl en verhouding prijs/kwaliteit. Tegelijk waren er ook opmerkingen over de ergonomie van zijn infotainmentsysteem, de afwerkingskwaliteit en de beperkte uitrusting.
Het omgekeerde gold voor de vorige Volkswagen Polo: die had een verzorgde afwerking, uitgebreide uitrusting en intuïtieve ergonomie. Zijn vooras zweefde dan weer teveel, zijn stijl sprong niet echt in het oog en zijn prijs ging naar de hoge kant. Doen de nieuwe generaties van de Fiesta en de Polo, die zowat tegelijk op onze markt gelanceerd, daar iets aan?
Afwerking en uitrusting: punt voor Volkswagen
Geen verrassing: de Polo pakt uit met technologische uitrusting die een referentie is in dit segment. Er is een automatische noodremhulp met voetgangerherkenning, een adaptieve snelheidsregelaar, dodehoekwaarschuwing en vermoeidheidsherkenning.
Maar voortaan hoeft de Ford Fiesta niet meer onder te doen voor de Polo: de zevende generatie is zelfs een nieuwe referentie op vlak van optionele uitrusting, met een actieve spoorassistent en verkeersbordherkenning bovenop de automatische noodremhulp met voetgangerherkenning, automatische grootlichten, adaptieve snelheidsregelaar en dodehoekwaarschuwing.
Aan boord van beide kemphanen vallen de grote touchscreens op het dashboard meteen op: met hun 8 duim grote scherm (en zelfs 8,5 duim in de Fiesta), vloeiende weergave en ergonomische bediening zijn beide een schoolvoorbeeld van hoe het moet.
Op vlak van afwerking wint de Volkswagen echter meer punten. Ook al zijn er meer harde materialen dan in de vorige Polo, toch krijgt de Ford meer kleine opmerkingen. Zo zijn er vijzen zichtbaar naast nog meer harde plastics, en nog andere kleine details zoals het gebrek aan hoogteverstelling voor de veiligheidsgordels.
Comfort: punt voor Volkswagen
Kijk je alleen naar het rijcomfort, dan zijn beide concurrenten aan elkaar gewaagd. In beide gevallen is de filtering van de ophanging vrij van kritiek. De adaptieve demping die de Polo optioneel aanbiedt, is dus niet nodig. Op vlak van geluiddemping neemt de Polo een kleine voorsprong, onder meer omdat hij de stem van zijn driepitter beter dempt dan de Fiesta.
Het finale onderscheid maakt de Polo vooral met de verhouding afmetingen/interieurruimte. Het nieuwe platform van de VW doet de afmetingen aanzienlijk evolueren: met een lengte van 4,05 meter blijft hij compact, maar hij is 7 centimeter breder en heeft vooral een bijna 10 centimeter langere wielbasis. Resultaat: de interieurruimte, vooral achteraan, gaat er aanzienlijk op vooruit.
Dezelfde vaststelling in de koffer: met een extra volume van 71 liter bedraagt die in de Polo voortaan 351 liter. De Fiesta, die het platform van zijn voorganger gebruikt, doet op beide punten wat minder. De knieruimte achteraan gaat er maar met 16 millimeter op vooruit vergeleken met zijn voorganger (dankzij hertekende zetels). De achteroverhang is 3,2 centimeter langer en brengt het koffervolume maar op 303 liter.
Motor: punt voor Ford
Beide concurrenten gebruiken een 1.0 driecilinder op benzine om hun gamma op te bouwen. In beide gevallen zijn er atmosferische varianten als instapversie. Maar wij kozen voor de drukgevoede versies met ongeveer 100 pk: de 1.0 TSI van 95 pk bij Volkswagen en de 1.0 EcoBoost van 100 pk bij Ford.
Beide motoren kunnen gekoppeld worden aan een automatische versnellingsbak. Bij VW gaat het om de DSG-automaat met dubbele koppeling en zeven verzetten. Die optie laat Ford in de nieuwe Fiesta achterwege. Vaarwel Powershift-automaat met dubbele koppeling: de Fiesta kiest voor een automaat met klassieke koppelomvormer en zes verzetten.
Bij het gebruik vallen de soepelheid en werkingsstilte van de 1.0 TSI op. Maar de 1.0 EcoBoost lijkt over meer peper te beschikken. Hij trilt wat meer en klinkt luider onder vollast, maar zet betere prestaties neer. Bovendien heeft hij een manuele versnellingsbak met zes verzetten, tegenover vijf (die daardoor wat langer gespreid zijn) in de VW.
Weggedrag: punt voor Ford
De Fiesta heeft gelukkig het enthousiaste temperament van zijn voorganger nog. Al van in zijn standaarduitvoering kan de Fiesta eender welke sportieve concurrent in zijn segment aan met zijn snedige vooras, stabiliteit in grote bochten en vooral zijn provoceerbaar overstuur voor de liefhebbers. Kies je voor de ST-Line met 10 millimeter lagere ophanging en stuggere dempers, dan wordt het nog beter. Opnieuw een sterke dynamische prestatie van Ford.
Ook goed nieuws voor de VW: dankzij het nieuwe platform gaat hij er dynamisch op vooruit. In grote bochten reageert hij stabieler en in een opeenvolging van scherpe bochten efficiënter. Maar zo levendig of plezierig als in de Fiesta wordt het niet.
Prijs: gelijkspel
Omdat de Ka+ bij Ford het instapmodel geworden is in het B-segment, overschrijdt de vanafprijs van de Fiesta de kaap van de € 15.000 (€ 15.050) met zijn kleine atmosferische benzinemotor van 70 pk. Geen prijsbreker tegenover de Polo dus (die op zijn beurt begint vanaf € 14.990). Bij de turbomotoren van 95 en 100 pk blijft de prijs hetzelfde. De Polo 1.0 TSI 95 kost € 16.900 (Trendline) en € 19.200 (Highline). De DSG-automaat kost nog eens € 1.400 extra.
De Fiesta 1.0 EcoBoost 100 kost op zijn beurt tussen € 16.450 (Trend) en € 19.650 (ST-Line). Reken op € 500 extra voor de vijfdeursversie. In tegenstelling tot de Polo en heel wat andere concurrenten houdt de Fiesta dus vast aan zijn driedeurs. Voor een automaat reken je nog eens € 1.300 extra (€ 1.900 op het uitrustingsniveau Trend). In beide gevallen is de standaarduitrusting relatief vergelijkbaar.
Besluit: gelijkspel
Ook al lijken ze steeds meer op elkaar, toch blijven beide concurrenten hun respectievelijke kwaliteiten behouden. De Polo wordt aangenamer om te rijden maar blijft in het algemeen wat “braver” en verzorgder dan de Fiesta. De kleine Ford is op zijn beurt voortaan beter uitgerust en heeft zijn dashboard fel verbeterd… maar tovert een grotere glimlach op het gezicht van zijn chauffeur op een bochtige weg.