De Honda Prelude was doorheen 5 generaties in productie van 1978 tot 2001 en kende een groot commercieel succes. Zijn lancering eind de jaren ’70 mag worden gezien van het antwoord van Honda aan Toyota. Dat laatste merk boerde namelijk uitstekend met zijn Celica, die één jaar eerder op de markt kwam.
Net zoals de Celica kende de eerste Prelude vooral veel succes in de Verenigde Staten. Van sportiviteit was toen nochtans geen sprake: de 1,6-litermotor van 80 pk was onverwoestbaar maar kon moeilijk als een bom worden beschouwd. De Honda scoorde daarentegen wel punten op belangrijke zaken als stevigheid, bouwkwaliteit en standaarduitrusting.
Zachte evoluties
De tweede generatie (1983 – 1987) bracht een vleugje sportiviteit, zij het enkel in Japan, met een tweelitermotor van 160 pk. In de derde generatie (1987 – 1991) innoveerde Honda door in wereldpremière de vierwielsturing 4WS te introduceren. Qua vermogen bood de 160 pk sterke motor die voor de Europese markt bestemd was mooie prestaties zonder er een woest monster van te maken.
De vierde generatie (1992 – 1996) zag er fantastisch uit en had eindelijk krachtige motoren, vooral dan de 2.2 van 185 pk. Samen met het 4WS-onderstel maakte deze motor van de Prelude eindelijk een volwaardige sportwagen. De vijfde generatie (1997 – 2001) kende echter nauwelijks succes (net zomin als de vierde trouwens), ondanks zijn nog verder verfijnde chassis en zijn motor van 200 pk.
Wat je moet weten:
- Zijn betrouwbare reputatie maakte er een geliefkoosde prooi van voor mensen zonder budget, die op het onderhoud hebben beknibbeld.
- Maar weinig exemplaren zijn aan de tuningdrang ontsnapt.
- De allereerste generatie was verkrijgbaar met een interieur in Connolly-leder.
- Diezelfde eerste generatie was ook de enige die als cabriolet op de markt was (in de VS en in Duitsland).
