In België bieden heel wat bedrijven hun werknemers een bedrijfswagen. Dat vertaalt zich in een verkoop van nieuwe auto’s in ons land die in 2023 voor 2/3 ingeschreven werden op naam van een bedrijf. Terwijl het aantal werknemers dat een bedrijfswagen krijgt de laatst jaren stelselmatig steeg, daalde hun aantal vorig jaar voor het eerst in 5 jaar. Dat blijkt uit gegevens van HR-specialist SD Worx. Het aandeel daalde van 14,8% naar 14,6%.
Wie heeft recht op een bedrijfswagen
“In de praktijk hangt dat af van de policy van het bedrijf, maar bedrijfswagens worden over het algemeen aangeboden aan werknemers die een specifieke rol of een bepaald niveau van verantwoordelijkheid hebben,” zegt Tony Peetermans, Directeur Marketing & Communication bij Arval, dat gespecialiseerd is in leasingwagens. “Het kan gaan om kaderpersoneel, commerciëlen of iedereen met een functie waarbij regelmatige verplaatsingen nodig zijn. Maar met de evolutie van de verloning breiden sommige bedrijven de toegang tot bedrijfswagens uit naar andere types werknemers, als een voordeel in natura.”
Weet ook dat, in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, volgens de studie van SD Worx niet alle bedrijfswagens ‘salariswagens’ zijn. Bij de meerderheid gaat het zelfs om een dienstwagen die werknemers nodig hebben om hun job te kunnen doen.
Waarom is een bedrijfswagen hebben voordelig?
Over een bedrijfswagen beschikken brengt verschillende voordelen met zich mee. In de eerste plaats zorgt het ervoor dat je kan besparen op de aankoop en het onderhoud van een eigen voertuig. De brandstof, verzekering, herstellingen en belastingen zijn ten last van de werkgever. Bovendien wordt een bedrijfswagen over het algemeen aangeboden in een voordelig fiscaal kader in vergelijking met de verhoging van het loon met een vergelijkbaar bedrag. Voor de werknemer betekent dat een groter financieel comfort en de toegang tot kwalitatievere of meer recente voertuigen.
Moet een bedrijfswagen verplicht elektrisch zijn?
Er is geen enkele wettelijke verplichting die zegt dat een bedrijfswagen elektrisch moet zijn, maar de fiscaliteit bevoordeelt een 100% elektrische aandrijving, eerder dan verbrandingsmotoren. Voor juli 2023 waren plug-in hybrides nog 100% aftrekbaar voor professionals, maar dat is niet langer het geval. Er werd bepaald dat de fiscale aftrekbaarheid voor auto’s die sinds juli 2023 gekocht werden, systematisch daalt tot 0%, behalve dan auto’s zonder lokale uitstoot. Voor auto’s met een verbrandingsmotor (benzine, hybride of diesel) gekocht voor 2023, evolueert de aftrekbaarheid als volgt:
-
Maximum 100% in 2024
-
Maximum 75% in 2025
-
Maximum 50% in 2026
-
Maximum 25% in 2027
-
0% in 2028
Welke auto’s zijn 100% aftrekbaar?
De auto’s die nog 100% fiscaal aftrekbaar zijn de komende jaren, zijn dus de exemplaren die geen uitlaatgassen schadelijke uitstoten, zoals 100% elektrische auto’s of waterstofmodellen, al is het aandeel van die laatste eerder anekdotisch.
Auto’s die na 2026 gekocht worden, zullen niet meer fiscaal aftrekbaar zijn, al geldt ook hier de uitzondering van emissievrije modellen. De vergroening van het wagenpark wordt dus grotendeels fiscaal aangemoedigd. In de praktijk zet dat bedrijven sterk aan om elektrische auto’s voor te stellen via hun car policy,” legt Tony Peetermans uit. “Bij Arval stellen we vast dat heel wat bedrijven hun werknemers aanmoedigen of verplichten om te kiezen voor een elektrische auto omwille van de fiscale voordelen.”
Wat is het VAA?
Naast het voordeel van de 100% aftrekbaarheid voor bedrijven wordt de werknemer op zijn beurt ook aangemoedigd om te kiezen voor een voertuig met een zo laag mogelijke CO2-uitstoot. Daarvoor gebruikt de staat het VAA (Voordeel Alle Aard) als hefboom. Het gratis ter beschikking stellen van een bedrijfswagen dat minstens voor een deel privé gebruikt wordt, wordt beschouwd als een voordeel in natura waarop de werknemer belast wordt. Het bedrag van het VAA wordt berekend aan de hand van een formule die rekening houdt met de cataloguswaarde, de leeftijd en vooral de CO2-uitstoot van de bedrijfswagen volgens LeasePlan. Hoe meer de CO2-uitstoot van de bedrijfswagen van een werknemer afwijkt van de ‘referentieuitstoot’, hoe hoger het VAA zal zijn.