Elektrische auto's worden beetje bij beetje goedkoper, en de goedkoopste opties worden ook steeds beter. Het bewijs komt van de twee goedkoopste elektrische wagens die je momenteel kan kopen in België: de Dacia Spring 2024 en de Citroën ë-C3. Maar welke is de beste keuze?

Advertentie
Advertentie

4 vs. 5 zitplaatsen, maar gelijkaardige koffer

Eerst en vooral moet je weten dat de nieuwe Citroën ë-C3 en Dacia Spring niet even groot zijn. De Française is namelijk 4,01 m lang, 1,76 m breed en 1,57 m hoog. De Spring is 30 cm korter en meet slechts 3,70 m lang, 1,58 m breed en 1,48 m hoog. De Citroën is niet enkel groter, maar ook ruimer achterin en beschikt over 5 zitplaatsen, tegenover slechts 4 in de Spring. Hun koffers zijn daarentegen wel vergelijkbaar. Die van de ë-C3 is 310 liter groot, terwijl het laadvolume van de Spring evolueert van 308 tot 1.004 liter, waarbij je (optioneel) nog eens 35 liter kan optellen onder de motorkap. Aan jou om te kiezen welk formaat het beste bij je past.

Advertentie
Advertentie

Twee elektrische stadswagens, maar niet in dezelfde klasse

Voor zijn aandrijving kan de Roemeense EV vertrouwen op een elektromotor van 45 of 65 pk, gekoppeld aan een batterij van 26,8 kWh. In beide gevallen haalt de Dacia Spring daarmee een WLTP-autonomie van ongeveer 225 km. Ondanks zijn vedergewicht van amper een ton, is de Spring bijlange geen atleet. De sprint naar 100 km/u duurt zelfs met de krachtigere motor 13,7 seconden.

De Dacia Spring is standaard uitgerust met een boordlader van 7 kW, waarmee je in 4 uur de batterij volledig kan opladen. Dankzij zijn kleine batterij is het ook perfect mogelijk om de batterij aan een gewoon stopcontact op te laden, wat ongeveer 11 uur duurt. Optioneel kan je de Spring ook laten uitrusten met een 'snellaadfunctie', maar die is beperkt tot slechts 30 kW. In dat geval heb je aan 45 minuten genoeg om van 20 tot 80% laadniveau op te laden.

Net als zijn formaat staat de Citroën ook een klasse hoger als het op zijn motorisatie aankomt. Hij krijgt namelijk 83 kW (113 pk) onder de kap, een vermogen dat net als bij de Spring naar de voorwielen wordt overgebracht. De batterij is dan weer 44 kWh groot, waarmee de elektrische Citroën C3 een maximale WLTP-autonomie van 320 km haalt. En is de batterij plat, dan geniet de ë-C3 van een maximaal laadvermogen van 11 kW wisselstroom (AC) en 100 kW gelijkstroom (AC) om van 20 tot 80% te kunnen bijladen in 26 minuten.

Een goedkopere versie van de Citroën ë-C3 met ongeveer 200 km autonomie komt iets later op de markt. Intussen is de Citroën ë-C3 op vlak van vermogen, actieradius en opladen de duidelijke winnaar in deze vergelijking.

Advertentie
Advertentie

Vergelijkbare filosofie qua uitrusting

Op vlak van uitrusting hanteren beide elektrische stadswagens een vergelijkbare filosofie. Hoewel de Citroën twee uitrustingsniveaus heeft ten opzichte van drie in de Dacia, is de basisversie in beide gevallen zo basis als maar kan. Standaard hebben zowel de Spring als de ë-C3 geen centraal aanraakscherm, maar wel een smartphonehouder om die functie over te nemen. En ook qua rijhulpmiddelen is het gelijkspel, want zowel de Dacia als de Citroën moeten voldoen aan de Europese GSR II-normen. Ze krijgen dus standaard ESP, tractiecontrole, een heuvelassistent, een vermoeidheidswaarschuwing, rijstrookassistent, noodremhulp met voetgangers- en fietsersdetectie, automatische noodoproep en een verkeersbordherkenning met snelheidswaarschuwing.

Advertentie
Advertentie

Ook de hogere uitrustingsniveaus vechten met gelijke wapens qua uitrusting, vooral wat de schermen betreft. De ë-C3 heeft een nogal bijzonder instrumentenpaneel dat het Citroën Head-Up Display wordt genoemd. Bovenaan het dashboard, hoger dan het stuurwiel, staat het kleine schermpje op een gelijkaardige hoogte als een echt head-up display. Zijn centrale aanraakscherm is dan weer 10,25 inch groot.

In een compleet uitgeruste Spring krijg je een meer klassiek digitaal instrumentenpaneel van 7 inch. Het wordt bijgestaan door een centraal paneel van 10 inch, dat identiek is aan dat van de nieuwste Duster. Beide elektrische stadswagens kunnen met of zonder kabel verbinden met Android Auto en Apple CarPlay. Met andere woorden, de Dacia Spring en Citroën ë-C3 doen het even goed op het gebied van uitrusting.

Wat zijn de prijzen de Citroën ë-C3 en Dacia Spring?

De Citroën ë-C3 is groter, rijdt verder en is even goed uitgerust, waardoor hij natuurlijk ook iets duurder is dan de Dacia Spring. De prijzen van de Spring beginnen namelijk al bij 16.990 euro als je kiest voor de motor van 45 pk en de basisversie Essential, die geen centraal display krijgt. Om van de sterkere motor van 65 pk te kunnen genieten, moet je minstens 18.990 euro uitgeven. In 2024 is de Citroën ë-C3 verkrijgbaar vanaf 23.300 euro. Voor deze prijs heeft de Française ook geen infotainmentscherm, maar wel een grotere batterij voor een autonomie van 320 km. De variant met 200 km rijbereik komt binnenkort op de markt vanaf 19.990 euro, maar het is nog niet duidelijk wanneer precies.

Conclusie: de Spring is goedkoper, maar de ë-C3 is completer

Ondanks de lancering van de Citroën ë-C3 blijft de Dacia Spring veruit de goedkoopste elektrische auto die je in België (en Europa) kan kopen. Maar hij heeft minder te bieden dan zijn Franse rivaal. De nieuwe Citroën ë-C3 is duurder, maar rijdt wel verder, is krachtiger, praktischer en is daarmee simpelweg een completere auto.