De combinatie van Max Verstappen en Red Bull lijkt onklopbaar te zijn in het F1-seizoen van 2023, het team heeft dan ook de laatste 12 races op een rij gewonnen – een nieuw record, waarmee de 11 overwinningen van McLaren in 1988 eindelijk naar de geschiedenisboeken worden verwezen. Om maar te zeggen dat het een veilige gok is dat Verstappen weer op het hoogste schavot van het podium zal staan in Spa-Francorchamps dit weekend. De gelegenheid om terug te blikken op 5 andere dominante momenten tijdens de GP van België, waarbij we niet enkel kijken naar de afstand ten opzichte van de tweede plaats, maar ook naar de manier waarop de piloot of het team won.

2015: Lewis Hamilton en Mercedes aan de top


De dominantie van Max Verstappen en Red Bull doet enigszins denken aan de gouden periode die Mercedes heeft meegemaakt aan het begin van het hybride tijdperk. Toen was het Lewis Hamilton die doorgaans aan het langste eind trok, al wist teamgenoot Nico Rosberg hem het vuur aan de schenen te leggen en hem zelfs te verslaan in 2016. Een jaartje eerder wist de Brit wel gewoon te winnen op Spa, op 2 seconden van zijn teamgenoot, maar wel op een indrukwekkende 37,988 seconden van de derde plaats, die naar Romain Grosjean ging – Grosjeans laatste podium in de F1.

1994: Schumacher finisht eerst, Hill wint de race

We hadden gedacht dat de Schumacher-periode bij Ferrari ook wat dominante races zou hebben opgeleverd, maar op Spa wist het rode team zijn stempel niet zo hard te drukken als over de rest van de periode tussen 2000 en 2004. We keren daarom terug naar 1994, het jaar waarin we Ayrton Senna en Roland Ratzenberger verloren op Imola. Dan ontpopt Schumacher (toen nog voor Benetton) zich als de volgende grote kampioen en finisht hij 13 seconden voor Damon Hill (Williams). Na de race blijkt de bodemplaat van Schumacher echter te veel versleten, wat op een te lage bodemvrijheid wijst, waardoor hij gediskwalificeerd wordt van de race. Hill wint dus met maar liefst 51 seconden voorsprong op Mika Häkkinen (McLaren) en op 1,10 minuten van niemand minder dan Jos Verstappen (Benetton), die daarmee zijn tweede en laatste podium behaalt.

1988: Het allesoverwinnende McLaren

Dit jaar wordt misschien wel het meest dominante F1-seizoen ooit, maar hiervoor was het seizoen van 1988 ongetwijfeld het toonbeeld van dominantie. Het McLaren-Honda-team wist 15 van de 16 races te winnen, met Ayrton Senna als uiteindelijke kampioen. En ook op Spa was McLaren en vooral Senna dominant, met een voorsprong van meer dan 30 seconden op teamgenoot Prost aan de meet, terwijl Ivan Capelli (March) op meer dan 1:15 minuten finishte van de winnaar. 

1987: Derde plaats valt zonder benzine

Ook in 1987 wist McLaren de Belgische GP te winnen, al trokken Nelson Piquet en Williams uiteindelijk aan het langste eind in het kampioenschap. Deze race werd echter gemarkeerd door een bizarre finish, want hoewel Alain Prost (McLaren) op 24,764 seconden finishte voor zijn teamgenoot Stefan Johansson, ging de derde plek naar Andrea de Cesaris (Brabham)... die zijn bolide met een ronde achterstand over de finishlijn moest duwen vanwege een gebrek aan benzine! Uiteindelijk zouden er maar 9 van de 26 piloten de finish halen, met de laatste op 4 ronden achterstand!

1961: Ferrari 1-2-3-4!


In de jaren ’50 en ’60 was het geen uitzondering om op meer dan een minuut voorsprong als eerste te finish te halen, maar in 1961 was het een extra bijzondere overwinning voor Ferrari. Phil Hill wist de race te winnen, met de tweede... derde én de vierde plek eveneens ingenomen door de Ferrari-fabriekswagen! In die tijd waren teams namelijk nog niet beperkt tot twee wagens. De eerste niet-Ferrari was de Cooper van John Surtees, op 1:26,8 minuten achterstand. Een leuk detail: de vierde plek werd ingenomen door de Belg Olivier Gendebien, die in een gele Ferrari racete. In tegenstelling tot zijn rode teamgenoten, mocht hij namelijk de Belgische nationale racekleur verdedigen.

?