Wie dezer dagen langs Nederlandse snelwegen dendert, heeft ze misschien al wel zien staan, de nieuwste reclameborden van Opel in de vorm van een Duitse chalet. Bedoeling is de afkomst van de wagen nog eens extra in de verf te zetten om zo u en mij te overtuigen van de degelijkheid van de Opelwagens. Geslaagd? U oordeelt zelf!
Dit is ‘m dan, de nieuwste Opel-marketingcampagne die zowel op televisie, radio als op billboards zal verschijnen. Op de billboard zien we een typisch Duitse chalet met daarop de tekst “In alles Duits, behalve de prijs”. Dat Duitsers een aardig staaltje kennen van auto’s produceren, is al langer geweten. Vraag blijft echter of de afkomst tegenwoordig nog zo nationalistisch bestempeld kan worden, nu de autoconstructeurs de laatste jaren zo vaak van adres wisselden en we de tekst ‘Made in China’ ook steeds vaker terug zien komen in onze wagens.
Vroeger stond het zo vast als een huis: BMW, Mercedes-Benz, Audi, Opel, allemaal op en top Duits; Saab was het paradepaardje van de Zweden en Frankrijk kon ook aardig wat aanbrengen met de Peugeots, Renaults en Citroëns van dien. Met de komst van gigareuzen als GM kwam daar verandering in. Allianties tussen autoconstructeurs over de grenzen heen zijn tegenwoordig meer dagelijkse sleur dan een uitzondering. Het drama van Opel Antwerpen zit daarbij nog vers in ons geheugen. Wat ik me dan luidop afvraag is of Opel, en daarbij niet alleen Opel, zich nog zo ‘Duits’ mag noemen, want men moet een kat een kat noemen, Opel is nog zo Duits als de boules de Berlin die op het strand van Blankenberge te koop zijn. En daarbij wil ik geen afbreuk doen op het fenomeen van de Opelwagen, want die blijft ondanks alles nog steeds een topper, maar dit weerhoudt me niet te zeggen dat de ‘Duitslandfactor’ in Opel me een wat wrang gevoel bezorgt.
Of de reclamecampagne geslaagd is of niet, laat ik aan u om te oordelen. Wij hadden er nog graag Nick Reilly in lederhose bij gehad.