De raceauto mag op stal, de helm aan de haak en de riem mag weer een knopje losser. Het is weer gedaan, dat mooie raceseizoen. Kippenvel en weemoed bekruipen me bij het zien van de laatste beelden. We zullen weer even moeten afkicken. En nee, dat zal niet gemakkelijk worden. Elke laatste druppel gaven ze nog, de Alonsos en Vettels van deze wereld. De races zijn weer gereden, de punten verdiend en het prijzengeld uitgedeeld. De ene staat al wat gelukkiger op de foto dan de andere. Maar dat maakt de sport. Er telkens weer voor gaan. Telkens weer het laatste tikkeltje angst opzij zetten om alles te kunnen geven. Elke bocht millimeter na millimeter kennen, de beste lijn trachten te houden. Concentratie, kracht en zelfvertrouwen. En die oh zo broodnodige dosis geluk. Voor de kijkers werd het weer een seizoen om duimen en vingers van af te likken. Het ene moment al wat onvergetelijker dan het andere. Vol spanning naar de televisiebeelden staren, intussen druk discussiërend met je medetelevisiekijker of Vettel al dan niet de verdiende winnaar is. Maar toch na elke wedstrijd weer moeten concluderen: “Verdikke, ’t is toch een mooie sport!” En dat het prachtige videobeelden oplevert, daarvan hoef ik je vast niet meer te overtuigen. Dus ik stel voor dat we allen samen even gaan zitten en genieten van volgend filmpje over de schoonheid van het racen. En daarna, ja, daarna zullen we wel afkicken. En hopen dat volgend seizoen minstens even mooi mag worden.