Oldtimers: waarom heb je loodvervanger nodig?

Lood werd voor het eerst aan benzine toegevoegd in de jaren 1920. Het additief werd gebruikt om de kleppen van de motor te smeren tijdens de verbranding van brandstof, maar ook om de ontploffing van het lucht-brandstofmengsel iets te vertragen. Deze reactievertrager maakte het mogelijk om het octaangetal van de brandstof te verhogen, wat voor een betere werking van de motor zorgde op lange termijn en betere prestaties op korte termijn. De rest is geschiedenis... De toegenomen vraag naar krachtige motoren had een impact op de hoeveelheid additieven die wereldwijd werden geproduceerd, wat voor enorme emissies zorgde in de atmosfeer, met een piek in de jaren 1970. In die tijd was lood alleen al goed voor een derde van de schadelijke deeltjes die door gemotoriseerd verkeer werden uitgestoten! Het bannen van loodhoudende benzine enkele jaren later was dus een belangrijke beslissing.

Loodvervanger in de plaats

Om te voorkomen dat alle motoren van de oude generatie onbruikbaar zouden worden, moest er een additief worden ontwikkeld om lood te vervangen. Zo werd... loodvervanger geboren. Eenmaal toegevoegd aan E10- of E5-benzine (vroeger Euro 95 en Eurosuper 98) kunnen oudere motoren daarmee zonder enig probleem op de brandstoffen van vandaag draaien.

Meer concreet helpt dit additief de klepzittingen van klassieke motoren, die vaak van gietijzer zijn, te beschermen en zo te voorkomen dat ze sneller gaan slijten dankzij het smerende effect van de loodvervanger. Door deze klepzittingen te beschermen en de slijtage aan interne onderdelen te verminderen, helpt loodvervanger de prestaties en levensduur van de motor te behouden.

Loodvervanger is dus een onmisbaar hulpmiddel om de soepele werking van oude motoren te beschermen. Het zorgt voor een optimale smering en beschermt de motoronderdelen die oorspronkelijk ontworpen zijn voor loodhoudende benzine. Met een klein flesje per tank ben je er dus zeker van dat je klassieker in topconditie blijft!