Zucht. Dat is mijn eerste reactie wanneer ik verneem dat Opel twee topvoetbalclubs gaat sponseren. Galatasaray Instanbul en Feyenoord zullen er maar wel bij varen, maar ik betrap me toch op enig wrang gevoel. Na de Opel-perikelen van de afgelopen jaren smaakt dit toch wel erg bitter.
Het is niets nieuws dat autofabrikanten sportclubs sponseren, ik weet het. En om iets positiefs als sport aan te moedigen zijn er grote geldschieters nodig om het voor iedereen toegankelijk en aantrekkelijk te maken. Ook dat weet ik. En toch verslikte ik me even toen ik las dat Dr. Thomas Sedran, Opel Vice President Operations, Business Development and Strategies (zou dat allemaal op één visitekaartje passen?) aankondigde hoe verheugd te zijn met deze samenwerking: “Opel en voetbal – een perfecte combinatie die waarden zoals dynamiek, prestaties en passie vertegenwoordigt.” Geachte heer, ik hoef u vast niet te vertellen dat deze waarden ook massaal aanwezig waren onder het personeel van Opel Antwerpen.
Galatasaray, Feyenoord, Borussia Dortmund, Fortuna Düsseldorf, Bayer 04 Leverkusen, SC Freiburg, FSV Mainz 05 en nog tal van clubs in Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland ontvangen grote sommen geld van de Duitse autoconstructeur om hun favoriete sport te kunnen beoefenen. Een hele lijst, met andere woorden. Niet dat hen iets te verwijten valt, integendeel. Hoewel ik niet bepaald te trappelen sta om op een winterse dag zoals we er de vorige weken veel te verduren kregen aan de kant van het veld te staan, kan ik ontzettend genieten van een spannende sportmatch. Toch zullen mannen als Graziano Pellè, Ruben Schaken en Burak Yilmaz het niet aan hun hart laten komen of ze nu ’s morgens een boterham meer of minder kunnen eten. Ik ken er 3 800 anderen voor wie het eens anders was.
Maar laten we met een positieve noot eindigen: als u dus binnenkort naar een voetbalmatch met een van de bovenvermelde clubs zal gaan kijken, belooft het nog meer spektakel te worden. Een spektakel waarmee de bittere pil van weleer misschien ooit wel doorgespoeld raakt.