Hij was geboekt. E-mail met bevestiging onmiskenbaar in de mailbox. Met alles erop en eraan. Plaats en datum waarop hij op mij zou staan wachten. Mijn schone voor drie dagen. Mijn eerste muscle car. Een Dodge Challenger R/T. Weliswaar niet de SRT8, de krachtpatser aan de top van de lijn. Maar met zijn V8 5,7 liter Hemi die 375 pk afbuldert, verwachtte ik mij niet echt aan een slome.
Van Manhattan zou hij ons naar Riverhead, Long Island brengen. Misschien wel het deel van de trip waar ik het meeste naar uitkeek. De hele hatelijke trip in het vliegtuig over de Atlantische blauwe, waar er om voor de mensheid onbegrijpelijke redenen altijd wel ergens turbulentie in de lucht moet hangen, werd er haast glimlachend bijgenomen. What a small price to pay...
En toen kwam dus Sandy. Tunnels en bruggen naar en van Manhattan nauwelijks open. Wegen waarvan de berijdbaarheid plots hoogst onvoorspelbaar werd. Het vooruitzicht tegen wil en dank tot ramptoerist te verworden. Om nog maar te zwijgen van vrouwelijke reisgezellen die een acuut gebrek aan shoppen dienden te verwerken op Madisson en omliggenden.
Verblijf op Manhattan wordt verlengd. Mijn Challenger geannuleerd. Het verhuurbedrijf maakt zelfs geen bezwaar. Stil vermoed ik dat ze de wagen helemaal niet op Manhattan gekregen hebben. En iemand die een Challenger komt oppikken plots een Chevrolet Cruze moeten aanpraten ... Een mens wordt er niet gelukkig van.
Uitstel maar geen afstel, neem ik mij weinig overtuigd voor. Ooit zal het gebeuren. Ooit ... in de voetsporen van Kowalski. Met de Challenger van Denver naar San Francisco. De rit die de vader van de huidige Challenger tot idool verhief. De absolute cult-movie der road-movies. Met de cult-hero der musclecars in een onbetwiste hoofdrol. Ergens schreef iemand eens : "The bad guys always drove the Challenger." Some day ...