Porsche zit met een luxeprobleem. De fabriek van het merk in Stuttgart-Zuffenhausen draait op volle toeren en kan niet genoeg auto’s bouwen om te voldoen aan de vraag naar de 911 en de 718 die er gebouwd worden. Porsche schakelt dan maar de Volkswagen-fabriek in Osnabruck in, waar vanaf volgend jaar extra productiecapaciteit voorzien wordt voor de 718-modellen.
Niet de eerste keer
Het gaat Porsche voor de wind. De SUV’s van het merk verkopen als zoete broodjes, met de Macan en Cayenne op plaats één en twee van de verkooplijsten van het merk, gevolgd door… de Taycan op nummer drie. De elektrische berline van het merk is dus populairder dan de 911, de Panamera en tenslotte het 718-gamma. Maar zelfs de vraag naar die laatste modellen, de Cayman en de Boxster, is bijzonder hoog. Klanten die nog een (viercilinder) boxer willen voor de 718-reeks elektrisch wordt?
Net zoals het in het verleden al deed met de productie van de Boxster, springt de VW-fabriek in Osnabruck daarom bij om genoeg exemplaren te produceren. Daarmee was de fabriek trouwens toen al niet aan zijn proefstuk toe. Tot 2009 was het immers een vestiging van koetswerkbouwer Karmann, waar in de jaren ‘60 onder andere koetswerken gebouwd werden van de Porsche 356 en in de jaren ‘70 meer dan 100.000 exemplaren van de 914, de ‘VW Porsche’. Vandaag de dag lopen in Osnabruck de VW T-Roc cabrio en Arteon Shooting Brake van de band, net als onderdelen voor onder andere Porsche en Bentley.
