1. De Ford Mustang creëerde de term “pony car”
Een sportieve, compacte auto met een stijlvol design, een aantrekkelijke basisprijs en een jong koperspubliek: dat waren de kenmerken van de “pony car”, een term die de Ford Mustang kreeg omdat hij ondanks zijn naam en galopperend paard als logo een trapje onder de echte pk-monsters van muscle cars stond. Met de komst van concurrenten als de Plymouth Barracuda (enkele weken eerder) en de Chevrolet Camaro werd de pony car een heus segment.
2. Het oorspronkelijke prototype uit 1962 was veel radicaler
De Ford Mustang I was een prototype uit 1962, en een radicale tweezitter met viercilindermotor centraal achterin. De roadster viel in de smaak bij ingenieurs, maar niet bij het grote publiek. Bovendien zou de Mustang I te complex worden om te produceren. Het prototype Mustang II leunde veel dichter aan bij de uiteindelijke productieversie. Alleen de naam bleef.
3. De naam “Mustang” verwijst naar een jachtvliegtuig
Designer John Najjar, die meewerkte aan het eerste prototype van de Mustang, suggereerde de naam “Mustang” omdat hij wel wat gelijkenissen zag met het jachtvliegtuig North American P-51 Mustang. De legende wil dat Ford de vliegtuigassociatie niet smaakte, tot hij het voorstelde als dierennaam.
4. Hij had ook Ford Torino kunnen heten
Andere bronnen zeggen dan weer dat er gewoon een lijst van dierennamen werd opgesteld, een populaire gewoonte in die tijd. Hij had dus ook Ford Cougar, of Ford Allegro, of Ford Avventura kunnen heten. Comet, Bronco en Colt waren nog enkele andere namen die op tafel lagen. Maar volgens Ford klonk er niets meer Amerikaans dan “Mustang”.
5. Het logo wijst naar links zonder reden
Het Mustang-logo is wereldberoemd, maar er ging heel wat denkwerk aan vooraf. Er werd zelfs geëxperimenteerd met alleen een paardenhoofd, maar uiteindelijk koos Ford voor de galopperende Mustang. Die wijst naar het ongebreidelde, wilde Westen volgens enkelen. Anderen zeggen dan weer dat paarden op een renbaan naar rechts lopen, en een wild paard dus tegen de richting in gaat. Maar de meest aannemelijke verklaring is dat dit gewoon de favoriete versie was uit de verschillende versies die designer Phil Clark tekende.
6. Er stond twee keer een Mustang bovenop de Empire State Building in New York
In 1965 wilde Ford bij wijze van promotiestunt een Mustang bovenop het observatiedek van de Empire State Building in New York parkeren. Probleem: de liften waren te klein om de auto naar boven te krijgen. De Mustang werd dan maar uit elkaar gehaald en op het observatiedek terug in elkaar gezet. In 2014 herhaalde Ford die stunt voor de 50ste verjaardag van de Mustang.
7. Het allereerste model werd per ongeluk verkocht
De Ford Mustang met serienummer 1 was een preproductiemodel, en zou nooit verkocht worden. Tot de Canadees Stanley Tucker zijn Ford-dealer bezocht en hem overtuigde een Mustang te verkopen. Dat bleek de bewuste Mustang te zijn. Probleem: de officiële verkoop was nog niet begonnen. Tucker weigerde zijn Mustang terug te geven, en zwichtte pas twee jaar later, toen Ford hem in ruil de miljoenste Mustang aanbood.
8. Hij werd een tijdje ook in Nederland gebouwd
Omdat de Mustang wereldwijd zo populair werd, zocht Ford hulp in zijn fabrieken buiten de Verenigde Staten. Zo werd de Mustang zelfs een tijdje bij onze noorderburen gebouwd: van 1965 tot 1967 rolden er in de Amsterdamse Ford-fabriek Mustangs van de band.
9. In Duitsland heette hij eerst Ford T5
In de jaren 50 had de Duitse vrachtwagenbouwer Krupp een model dat Mustang heette. Omdat de fabrikant de naam beschermd had, mocht Ford zijn pony car in Duitsland niet “Mustang” noemen. In plaats van de rechten over te kopen, wachtte Ford tot 1979, toen de rechten op de Mustang-naam terug vrij kwamen. Alle Mustangs die tussen 1965 en 1979 naar Duitsland werden uitgevoerd, werden T5 genoemd, naar de oorspronkelijke projectnaam van de Mustang.
10. De Mustang was meteen een schot in de roos
De marketingjongens steken het graag op hun geslaagde campagne, maar wellicht wist de Mustang gewoon een gat in de markt te vullen. Feit blijft dat er op 17 april 1964 een stormloop was naar de Ford-showroom: meer dan 22.000 exemplaren gingen de deur uit, en dealers zaten al snel zonder stock. Ford hoopte er in het eerste jaar 100.000 te verkopen, maar dat werden er uiteindelijk 400.000. Na twee jaar stond de teller al op een miljoen stuks. 54 jaar na datum staat hij nog steeds in de catalogus, en sinds 2015 wordt hij weer officieel bij ons ingevoerd.