Advertentie
Advertentie

Er is nog een beetje geduld nodig om de nieuwe elektrische Renault 5 volledig te kunnen ontdekken, het Franse merk kondigt een lanceringsdatum van 2024 aan. Toch begint Renault al te communiceren over dit belangrijke model in zijn massaelektrificatiestrategie. Vooral omdat de Volkswagen-groep onlangs hetzelfde heeft gedaan over zijn toekomstige ID.2, die voor 2025 wordt beloofd en die een serieuze concurrent lijkt te worden voor de elektrische R5.

Maar ook omdat Renault net de experimentele ontwikkelingsfase van zijn nieuwe platform heeft afgerond (met prototypes bekleed met een aangepaste carrosserie van een Clio) en zich voorbereidt op de productiefase. De gelegenheid om ons wat informatie door te spelen tijdens een persconferentie.

Schaalvoordeel

Om de prijzen van zijn toekomstige R5 zo laag mogelijk te houden, wou Renault geen ingekorte versie gebruiken van het CMF EV-platform van de Mégane E-Tech Electric. Het Franse merk koos ervoor om te vertrekken vanuit het CMF-B-platform van zijn populaire compacte modellen met verbrandingsmotor, de Clio en de Captur, en dat aan te passen volgens de behoeften van elektrische wagens. Daarmee profiteert de constructeur van serieuze schaalvoordelen, aangezien 70% van de onderdelen van het platform gemeenschappelijk zijn met dat van de Clio/Captur.

Renault wilt op dit moment nog geen prijs meedelen, maar geeft wel aan dat het CMF-B EV-platform de productiekosten van de technische basis met 30% verlaagt ten opzichte van dat van de Zoé, zijn huidige elektrische model in hetzelfde segment. Het merk verzekert ons ook dat het zich als doel heeft gesteld om de elektrische R5 goedkoper te maken dan zijn concurrenten.

Het modulaire karakter van het CMF-B-platform als vertrekpunt voor deze elektrische evolutie CMF-B EV stelt Renault ook in staat om andere elektrische modellen op dezelfde basis aan te kondigen, bijvoorbeeld de toekomstige elektrische Renault 4, die als crossover zijn comeback maakt in 2025.

Verzorgd rijgedrag?

Naast de prijs, wat natuurlijk een van de belangrijkste elementen is voor een elektrisch model in het B-segment, heeft Renault ook de nadruk gelegd op de dynamische kwaliteiten van dit nieuwe aangepaste platform. Daar dragen vooral het gebruik van een meerarmige achteras aan bij (meestal voorbehouden aan hogere segmenten), een laag zwaartepunt dankzij de plaatsing van de batterijen onder de bodem, een goede koetswerstijfheid en een besturing die als “zeer scherp” wordt omschreven.

Dat belooft veel goeds. En het zijn ook goede voortekenen voor de toekomstige sportieve Alpine-variant van de Renault 5, ook al is dit een voorwielaangedreven platform met de elektromotor op de vooras geplaatst.

100 kW?

Tijdens deze eerste infosessie heeft Renault ook enkele technische kenmerken van de elektromotor en de batterij van de toekomstige R5 meegegeven, zonder daarbij de hele fiche uit de doeken te doen. Concreet weten we al dat de elektromotor gebaseerd zal zijn op de synchroonmotor met een gewikkelde rotor zoals in de Zoé en de Mégane E-Tech Electric. Een technologie die een beter rendement moet bieden dan motoren met een permanente magneet, terwijl bovendien de productiekosten worden beperkt door het gebrek aan zeldzame metalen. Daarnaast zal deze motor gebruik maken van een nieuw design dat hem compacter en lichter moet maken – zo’n 20 kilo minder dan de krachtbron in de Zoé. Renault spreekt nog niet over het vermogen, maar de conceptcar Renault 4Ever Trophy had wel een elektromotor van 100 kW (136 pk).

4 modules

Wat de batterij betreft, wou Renault nog niet in detail treden over zijn precieze eigenschappen, noch over de gebruikte chemie die de prijs zo laag mogelijk moet houden. We weten echter wel dat het nieuwe batterijpakket gebaseerd is op 4 grote modules op een niveau, om de hoogte zoveel mogelijk te beperken. Vergeleken met het pakket met 12 modules van de Zoé, zou dit 15 kilo moeten schelen. Renault belooft ook dat “de toekomstige elektrische R5 meer kWh in een kleiner volume zal krijgen”.