Het vlaggenschip van de Tsjechische constructeur heeft al aardige successen geboekt in het fleetsegment. De cijfers spreken voor zich: 90 procent van de verkochte Superbs in ons land gaat naar de fleetmarkt. In Europa is dat amper anders: daar gaat het om 82 procent. De dieselmotor achterwege laten is dus geen optie voor Skoda: de gefacelifte Superb krijgt drie diesels. Van de bescheiden 1.6 TDI van 120 pk tot de krachtige 2.0 TDI van 190 pk, via een 2.0 van de nieuwe EVO-generatie met 150 pk. Die werd grondig herbekeken, van de bewegende delen tot de in- en uitlaat. Hij is lichter en zuiniger, en dus minder vervuilend.

Alle motoren zijn gekoppeld aan de uitstekende DSG-versnellingsbak met zeven verzetten. Alleen de EVO-motor krijgt ook een manuele zesbak. Benzinemotoren zijn er in de vorm van de 1.5 TSI van 150 pk en 2.0 TSI van 190 pk. Ook hier hebben alle motoren recht op de DSG, en alleen de 1.5 ook op een manuele optie. De topmotor is een 2.0 TSI van 272 pk, die alleen beschikbaar is in vierwielaangedreven modellen, waaronder de nieuwe Scout, een primeur voor de Superb.

Scout

De Scout gebruikt in de Superb dezelfde formule als in de Octavia, en onderscheidt zich vooral door een 15 millimeter hogere ophanging, beschermplaten onderaan, en avontuurlijke stijl, met aangepaste bumpers, zwarte wielkasten en accenten, en nog andere specifieke details. Bij de bestaande rijmodi komt een “Off-Road”-modus. De Scout is zoals steeds alleen beschikbaar als break.

Er is ook een plug-inhybride aangekondigd, die volgt volgend jaar. De PHEV zou een 1.4 TSI combineren met een elektromotor tussen de verbrandingsmotor en versnellingsbak, goed voor een gecumuleerd vermogen van 218 pk. Het WLTP-rijbereik in elektrische modus zou 55 kilometer zijn. De ‘groene’ variant zou begin 2020 worden geleverd, maar is al vanaf september bestelbaar. Dan worden ook de eerste gefacelifte Superbs geleverd.

Matrix

De Superb ligt goed in het oog, en had dus geen grote stijlwijzigingen nodig voor zijn facelift. De designers zijn dus subtiel geweest en hebben de kwaliteitsindruk versterkt. De achterkant krijgt een chromen strook tussen de lichten, en het ronde logo wordt ingeruild voor chromen blokletters. De voorkant krijgt nieuwe, fijnere lichtblokken en een expressievere bumper. De standaard- en optionele uitrusting breidt uit, met matrix-led-koplampen (een primeur voor Skoda) en nieuwe rijhulp uit hogere segmenten. We noteren onder meer een adaptieve snelheidsregelaar die camera’s en navigatie gebruikt om zijn snelheid aan te passen aan de snelheidslimieten, en voetgangerherkenning.

Connectiviteit

Het interieur evolueert richting meer raffinement, met chromen accenten, sfeerverlichting, contraststiksels, een groter vak voor je telefoon en inductielading. Er zijn drie infotainmentsystemen, waarvan twee met navigatie. Ze zijn allemaal voorzien van SmartLink voor Android Auto, Apple CarPlay en MirrorLink. Een optionele Virtual Cockpit wijzigt de weergave van het instrumentenpaneel. De uitrustingsniveaus Ambiance, Style en Laurin & Klement duiken opnieuw op bij de berline en de break, en worden aangevuld met de rijkelijk uitgeruste sportieve varianten Sportline.

190?

We reden tijdens onze eerste kennismaking met de gefacelifte Superb eerst met de TDI van 190 pk, en vonden al snel onze draai in de strenge maar goed afgewerkte cockpit. De politiek van de Volkswagen-groep zorgt ervoor dat het niveau van Audi of VW niet bereikt wordt, maar ondanks enkele harde plastics zit Skoda toch in de buurt. Het ruimtegevoel is een van de grote kwaliteiten van de Superb, net als de verschillende ‘Simply Clever’-gadgets die het dagelijkse leven makkelijker maken (paraplu’s in de deuren, een ‘space organiser’ onder de kofferbodem, 230V-stopcontact en USB-poorten,…).

Het gevoel van welbehagen aan boord wordt versterkt door de filtering van de ophanging, die uitstekend zijn werk doet ondanks het laagprofielrubber. Het rijcomfort is een van de andere kwaliteiten van de Tsjech, inclusief de geluiddemping. Die wist efficiënt rol-, motor- en windgeluiden. De motor kwijt zich makkelijk van zijn taak, maar zonder de sprankel die 190 pk doet hopen. De DSG doet zijn werk discreet. Sportievelingen hebben wellicht enkele opmerkingen, maar met dergelijke rijstijl treed je uit de comfortzone van de Superb. Die wil namelijk ontspannen gereden worden, en stelt dan een efficiënt en precies weggedrag tentoon, als je zijn gewicht en afmetingen in het achterhoofd houdt.

Of 150?

Ons EVO-testmodel heeft een lichter en gezelliger interieur, maar deelt zijn verbruik- en uitstootcijfers nog niet mee. Ook hier is de DSG-versnellingsbak aanwezig. De rijmodi spelen vooral in op de responstijd van de versnellingsbak en het gaspedaal, en op het stuurgewicht. De 15 kilogram lichtere vooras laat zich niet echt voelen, maar het nieuwe blok is romiger en meer gepolijst, en vrij van onaangename trillingen. Hij is zeker niet minder levendig dan de 190 pk-versie. Geen reden om hem links te laten liggen, temeer omdat onze boordcomputer na 400 testkilometers een gemiddeld verbruik opgaf van 5,2 l/100 km.

Besluit

Die cijfers suggereren alvast, in afwachting van de officiële uitstootcijfers, dat dit soort kilometervreters de dieselmotor nog niet achterwege moet laten. De nieuwe 2.0 TDI EVO is aangenaam in gebruik en comfortabel. De Superb zelf is een goed afgewerkte, degelijk uitgeruste en elegante auto. Dat pakket wordt nog verleidelijker met het prijskaartje: vanaf € 32.195 voor de berline, € 33.360 voor de Combi, beide als 1.5 TSI van 150 pk met manuele zesbak in de uitvoering Ambition.